0

Klik op het winkelmandje

6 Must-read wifi tips voor beginners - Deel 1

Door Lieven Meys 10 september, 2019

6 must-read wifi tips voor beginners

Wil jij ook wifi van binnen tot buiten, van kelder tot zolder?
Bij Knektin begrijpen we waarom :-).

In dit artikel, gespreid over 2 blogs, krijg je 6 tips om tot een betere wifi omgeving te komen.

1.  First things first: wat is wifi?

Een wifi netwerk, ook wel WLAN (Wireless Local Area Network) genoemd, is een draadloos netwerk waarbij toestellen werken volgens de 802.11 standaard en gebruik maken van radiogolven, een golf in de vorm van elektromagnetische straling met een specifieke golflengte en frequentie, om data van het ene toestel naar het andere te sturen.

Een gekend voorbeeld van communicatie via radiogolven is de FM radio.
Een gekend voorbeeld van communicatie via radiogolven is de FM radio.


Dat deze golven reageren op de omgeving weet je ongetwijfeld wel. Maar wist je ook dat deze golven zich voortplanten tegen lichtsnelheid; en door omgevingsfactoren onderhevig zijn aan reflectie, straalbreking (refractie), demping (absorptie), buiging (diffractie) en verstrooiing (scatter)? Zo komen de verzonden signalen op verschillende manieren bij de ontvanger terecht.

In tegenstelling tot de FM radio maakt wifi gebruik van hogere frequenties (vooral van de 2.4 GHz en 5 GHz frequentieband). Radiogolven met een lagere frequentie (bij wifi is dit de 2.4 GHz) gaan veel makkelijker door objecten heen:


wifi frequenties golfverschil


Dit komt door de manier waarop de radiogolven zich voortbewegen. Bij een 5 GHz signaal kan je stellen dat het "langer" duurt om door een object heen te gaan, waardoor het signaal niet zo ver reikt als bij 2.4 GHz. Eens door het object is het signaal verzwakt: de hoeveelheid energie van de radiogolf is afgenomen doordat het object deze energie gedeeltelijk geabsorbeerd heeft.

Hoe meer objecten je signaal tegenkomt, hoe zwakker het signaal zal worden voor de ontvanger.

Het object zorgt dus voor demping.
Het materiaaltype (hout, metaal,...) zal bepalen hoe groot de demping zal zijn.

2.  De ideale locatie van het draadloos toegangspunt?

Elke omgeving is uniek en steeds onderhevig aan veranderingen, het is dan ook onmogelijk om één configuratie te voorzien voor alle omgevingen.


Het bepalen van de “beste” locatie wordt in onze doe-het-zelf gids uitgebreid uitgelegd, maar ik kan jullie wel al volgende tips meegeven:



Het bepalen van de ideale locatie van je draadloos toegangspunt


Tip 1: Stem de locatie van je toegangspunt af op het type van het toestel

Om de locatie te bepalen, moet je weten hoe het toestel eruit ziet (vooral qua aansluitingen en montagemogelijkheden) en hoe de voortplanting van de radiogolven (= richting van het signaal) plaatsvinden. Heeft het toestel externe antennes dan zal de positie van deze antennes je signaal sterk beïnvloeden.

De meeste interne draadloze toegangspunten stralen energie uit in alle richtingen.

Het is heel belangrijk dat je het toestel niet probeert te verbergen. Blijf ook weg van obstakels (plaats het toestel bijvoorbeeld niet in een inham), anders zal er naast demping ook bijvoorbeeld reflectie optreden.


Verschillende soorten van draadloze toegangspunten
  • ISP (Internet Service Provider) wifi router: staat meestal op een ongelukkige plaats (garage,...); weinig aanpassingen mogelijk; wifi signalen worden verstuurd van 1 locatie wat vaak zal leiden tot "dode" punten
  • Wifi router: heeft meer mogelijkheden dan de ISP wifi router; je kan het toestel zelf verplaatsen; wil je een zo groot mogelijk wifi bereik, dan moet je dit toestel zo centraal mogelijk plaatsen
  • Wifi extender: zeer weinig configuratie mogelijkheden; zendt het ontvangen wifi signaal opnieuw uit; je ziet meer balkjes op je client toestel, maar de snelheid wordt niet verbeterd en zal leiden tot extra frustratie
  • Powerline adapter met wifi: kwaliteit hangt sterk af van je elektriciteitsnetwerk; zenden meestal op vol vermogen uit; zeer weinig configuratie mogelijkheden; afhankelijk van vrije stopcontacten; vormt in de meeste gevallen geen mooi geheel met de bestaande wifi router (= beide toestellen weten niets van elkaar) wat tot problemen zal leiden
  • Mesh toestellen: één van de betere opties; verschillende mesh toestellen vormen 1 geheel; handig als je nergens kabels hebt en vlug wifi dekking wil; alle toestellen maken draadloos connectie met elkaar; heeft beperkte configuratie mogelijkheden; zenden meestal op vol vermogen uit; 
  • Access points: de beste optie met de meeste mogelijkheden, maar is ook de duurste; wordt gebruikt om professionele netwerken mee te bouwen; is de ideale optie voor een degelijk wifi netwerk
Welk toestel je ook kiest, plaats het altijd zo dicht mogelijk bij de toestellen die het nodig hebben. Het heeft geen enkele zin om je toestel in een garage te stoppen terwijl je wifi in de living gebruikt.


Tip 2: Investeer in goeie toestellen en gebruik ze correct

Koop een toestel dat je verwachtingen kan inlossen en vergeet niet om het toestel te gebruiken waarvoor het ontworpen is, leg een wifi toestel dat bijvoorbeeld aan het plafond gemonteerd moet worden niet op een kast.


Ubiquiti UniFi access point

Correcte plaatsing v.e. access point.


Hou je hier geen rekening mee dan zullen er heel wat signalen verloren gaan vanwege de oriëntatie van het toestel en de daarbijhorende uitstraling.

Hoe beter je begrijpt hoe het toestel werkt, hoe beter je wifi omgeving zal werken.



Tip 3: Ken de zwakste schakel in je wifi netwerk

De zwakste schakels zijn je client toestellen (= toestellen die verbinden met het draadloos toegangspunt, bijvoorbeeld je gsm). Heb je een oudere client, dan zal je daar rekening mee moeten houden, anders krijg je tragere snelheden op het volledige netwerk.

Je wifi netwerk is maar zo goed als de zwakste schakel die in de groep aanwezig is.

In tegenstelling tot een bekabeld netwerk zal een draadloos netwerk bijna altijd werken, snel of traag. Het is niet het draadloos toegangspunt dat de teugels in handen heeft, de client (toestel dat connectie maakt) beslist zelf op welk netwerk hij connecteert. Alle clients “vechten” om als eerste gebruik te kunnen maken van een bepaalde frequentie.


wifi toestellen op dezelfde frequentie moeten de airtime delen, cci (co-channel interference)


Hoe meer clients tegelijkertijd geconnecteerd zijn, hoe langer het duurt voor een bepaalde client zijn data kan verzenden en ontvangen. Elk toestel zal dan ook minder snel gaan werken.

Wifi is een shared medium en werkt volgens het "listen first, then talk" (ieder op zijn beurt) principe.


Connecteer dus niet onnodig clients op je draadloos netwerk indien deze bekabeld kunnen werken. Een ouder toestel heeft meer tijd nodig om data te versturen en ontvangen. Hierdoor zullen alle andere apparaten moeten wachten op dat ene toestel en kan het bekabelen (indien mogelijk) van dit oudere toestel een optimalisatie betekenen voor àlle andere toestellen.

→ Benieuwd naar onze andere tips? Lees dan zeker ook onze volgende blog.

Lieven Meys
Lieven Meys


Heb je een vraag of mening? Laat van je horen.

Reacties moeten eerst goedgekeurd worden alvorens deze zichtbaar worden.