In
deel 1 hebben we reeds gesproken over het belang van de locatie, degelijke toestellen en de wifi client.
Onze volgende tips geven je terug wat meer inzicht in de werking van je wifi omgeving.
In dit deel gaan we onder meer verder in op het gebruik van de frequenties.
Tip 4: Kies een frequentie, vermijd storingsbronnen
Standaard staan heel veel draadloze toegangspunten ingesteld om zelf hun frequentie te kiezen bij het opstarten. Om tot een degelijk wifi netwerk te komen zullen we zelf onze frequenties moeten kiezen. Elke wifi frequentieband heeft verschillende subbanden (= kanalen). In de 2.4 GHz-band zijn slechts drie kanalen (kanaal 1, kanaal 6 en kanaal 11) niet-overlappend en dus bruikbaar.
Een overzicht van de 2.4 GHz-band.
In tegenstelling tot de 2.4 GHz-band heeft de 5 GHz-band een totaal van 24 beschikbare en niet-overlappende 20MHz kanalen. Hierdoor kan je onder meer kanalen bundelen en zo hogere snelheden halen.
De gebruikte frequenties zijn licentievrij, waardoor heel wat apparaten deze frequenties gebruiken en elkaar zullen gaan storen. Storing (= interferentie) en demping (
zie deel 1) zijn niet hetzelfde. In grote lijnen heb je twee soorten interferentie: wifi en non-wifi interferentie. Hoe dichter je bij een storingsbron bent, hoe hoger de storing en hoe slechter de connectie zal zijn.
Een draadloos toegangspunt van de buur dat op dezelfde frequentie werkt als dat van jou, geeft wifi interferentie.
Daarentegen geeft een draadloze muis die bluetooth gebruikt storing aan Wi-Fi toestellen die op dezelfde frequentie werken. Client toestellen die werken op dezelfde frequentie als wifi en een ander protocol gebruiken (dan het 802.11 protocol) geven storing, beter bekend als non-wifi interferentie.
Heel wat goedkope apparatuur maakt gebruik van de 2.4 GHz-band waardoor er vaak te veel storing aanwezig is.
Aan de hand van een wifi analyse applicatie, zoals Ubiquiti WiFiman, kunnen we bijvoorbeeld informatie krijgen over de wifi kanalen en uitsluitsel geven over de te gebruiken kanalen.
Tip 5: Vergeet de geadverteerde snelheden
Streef nooit naar de geadverteerde snelheden, deze zijn theoretisch en je moet ze steeds halveren om de werkelijke snelheden te benaderen. Snelheden worden uitgedrukt in Mbps, dit is niet hetzelfde als MBps. De kleine b staat voor “bit”, terwijl de grote B voor “byte” staat (8 bit is 1 byte). MBps worden gebruikt om aan te tonen hoeveel data je al gedownload of geüploaded hebt.
Tip 6: Installeer updates en maak wijzigingen waar nodig
Je eigen netwerk, maar ook dat van de buurman, is onderhevig aan veranderingen. Wifi signalen kunnen opgevangen worden door iedereen die in de buurt komt van jouw netwerk. Updates zijn noodzakelijk om je systeem veilig te houden.
Na het updaten doe je er goed aan om je wifi omgeving eens grondig te testen. Misschien heeft je buurman ondertussen nieuwe toestellen gekocht of wijzigingen aangebracht waardoor je eigen netwerk niet meer zo goed werkt.
Conclusie
Een goed wifi netwerk biedt eindeloos veel mogelijkheden en is ontzettend leuk, heb je echter hoge eisen dan zal je zeker en vast in de buidel moeten tasten en extra kennis vergaren.
Goedkoop is meestal duurkoop. Bij een goed draadloos netwerk zijn de draadloze toegangspunten bekabeld. Investeer in je toestellen en in kabels/wachtbuizen, je breekt immers niet elke dag je vloer of muur open.
Mijn tips?
- Stem de locatie van je draadloos toegangspunt af op het type van het toestel
- Investeer in goeie toestellen en gebruik ze correct
- Ken de zwakste schakel in je wifi netwerk
- Kies een frequentie, vermijd storingsbronnen
- Vergeet de geadverteerde snelheden
- Installeer updates en maak wijzigingen waar nodig
Bekijk zeker onze
doe-het-zelf pakketten, deze kunnen je helpen om op een eenvoudige en betaalbare manier tot een degelijk netwerk te komen.
